Schitterende namen bedacht Koolhaas voor zijn personages, in dit geval dieren: Simon P. Quellijn, een spin, een teek met de naam Zomptu, een hyena die Drauwdie heet, een hondje dat luistert naar de naam Treffie.. Om in te lijsten.
Het verhaal over de twee verliefde hazen is inderdaad erg mooi. Prachtige passage als ze met elkaar gaan spelen in het gras in 'het spel van wisselend licht'. Scherpe observaties van de natuur omgezet in iets fantasierijks. Nog nooit heb ik me zo goed kunnen verplaatsen in de wereld van de dieren als in de dierenverhalen van Anton Koolhaas.
Koolhaas ziet de dieren voor vol aan, als wezens die net als wij gedachten en gevoelens hebben over leven en dood. Toch zijn de dieren van Koolhaas niet geheel menselijk, maar behouden wonderlijk genoeg hun dierlijke 'vreemdheid', wat het antropomorfisme zo bijzonder maakt. Wat ik ook zo mooi vind is dat veel van zijn dieren superintelligent zijn, en eloquent, zoals de spin Balder D. Quorg. Misschien wel het mooiste dierenverhaal dat ik ooit las.
Balder is een humeurige spin met een groot wiskundig inzicht. Op een dag wordt zijn web vernield door een lomperik van een wesp.. 'Prol, blinde afbinder, dikke prol..'
Daarna worden zijn webben nooit meer zo volmaakt als voorheen en Balder verliest alle plezier in het leven, trekt zich stilletjes terug en sterft ten slotte als kluizenaar een eenzame dood. Ik denk wel een van de ontroerendste sterfgevallen ooit beschreven in de literatuur.
Zijn laatste woorden: 'Niemand, ooit..'
Tot tranen toe geroerd.
En loop ik de volgende keer weer eens per ongeluk door een spinnenweb, dan denk ik terug aan Balder D. Quorg, en misschien, heel misschien, hoor ik het getroffen spinnetje mij dan wel naroepen: 'Prol, blinde afbinder, dikke prol!'